Afwijzen of aannemen?


Math. 11: 25-30


Als blinde tastend langs de wand,

vervolgt de mens hier zijn weg,

die zijn doel van God niet kent,

niet weet wat Gods wil hem zegt.


Nooit zal hij God om hulp vragen,
omdat hij Hem niet ziet,
Hij zal zijn zorgen zelf moeten dragen,
want God als Verlosser kent hij niet.


Maar waar wendt hij zich dan van af,
wanneer de zijnen hem daarop wijzen,
dat God Zijn hulp juist aan hem gaf,
die niet bij Hem wilde blijven?


Komt allen tot mij, vermoeiden en belasten, 

zegt God in Zijn Woord, onwillige mensen.
Juist hen die geen hulp van Hem wensen,
hebben dit nu wel, door Zijn Geest, van God gehoord.


Het zijn niet de woorden van mensen,
waarmee God tegen hen spreekt,
Hij weet dat wij dat niet van Hem wensen,
waardoor men Zijn aanbod aan hen verbreekt.


O God, laat mij Uw aanbod van genade,
leren aanvaarden als Hulp van mijn Vader.
Neem lieve Heiland de weerstand weg,
waardoor ik niet doe, wat U mij nu zegt.


U kwam naar ons en ging naar het kruis
om al onze tegenstand te overwinnen,
U verliet, door Gods Liefde, Uw Vaders huis,
zodat God met ons opnieuw kan beginnen.


Soli Deo Gloria!