dinsdag 31 maart 2015



Beschamend beamen!



Zou ook ik mij niet stoten
aan de kruisdood van mijn Heer?
Houd ook ik mijn hart nog gesloten,
vlucht ook ik weg van het kruis, 
kniel ook ik daar niet voor U neer?


Heer, wij weten door Uw Woord,
verstaan dat nu door Uw Geest,
hoe het alles daarna is geweest,
alsof uit Uw eigen mond gehoord,
hoe U ons van 't ongeloof geneest.


Laat ook ons verslagen, doen beschamen
voor het vaak zwijgend beamen,
in plaats van een belijdend getuigen,
hoe U Uw hoofd voor ons heeft willen buigen
om de wil van Uw Vaders liefde, 
die U voor ons zo heeft moeten beamen.


 Heer, onze schuld is veel meer
dan van hen, die toen van U vluchtten.
Want Uw Geest schreef in Uw Woord
voor ons de afloop neer,
wat ons nu zou moeten zuchten;
O God vergeef ons dit nog dagelijks weer.


Laat het hier voor ons geen 'sprookje' worden,
Uw vreselijk onschuldig lijden en sterven
aan het kruishout in onverdraaglijke pijn.
U moet wel walgen van zulke schijn van vroomheid,
als het niet oprecht naar Uw wil zal blijken te zijn.

U wilde ons in alles voorgaan,  
U bent de Weg, de Waarheid en het Leven!



Soli Deo Gloria! 

Het kruis van Christus

Wie wil zich ergeren aan het kruis? Wie wil deze dood voor een verachte dood houden? Wie wil God niet van harte danken dat Zijn Zoon aan het kruis hangt, beladen met onze vloek vanwege onze zonden? Christus hangt daar als een vervloekte, als een vijand van God, Die door God in schande, nood en angst gebracht wordt. Dit gebeurt voor ons, voor mij en u, opdat wij gezegend zouden worden. Als de vloek op ons bleef liggen, moesten wij de zegen voor altijd missen, maar nu komt het gezegende Zaad, Christus. Hij neemt de vloek die op ons ligt, van óns op Zich en de zegen die Hij bezit, werpt Hij op ons (vgl. Galaten 3:13-14)
.
Volgens wat wij hier uitwendig zien, is de dood van de Heere Christus een verachte en vervloekte dood, zoals God Zelf de dood aan het hout een vervloekte dood noemt (vgl. Deuteronomium 21:23). Waarom toch? Omdat al onze zonden aan dit hout hangen – onze zonde en vloek! Dat wil zeggen: Gods toorn en alle ongelukken komen hier tezamen. Daarom zegt Jesaja: ‘Wij zagen Hem, maar er was geen gestalte dat wij Hem zouden begeerd hebben, Hij was de verachtste en onwaardigste van alle mensen, vol smart en krankheid. Hij was zo veracht dat men het aangezicht voor Hem verborg, daarom hebben wij Hem niet geacht’ (vgl. Jesaja 53:2 vv).

Onze natuurlijke ogen ergeren zich aan deze verachte en door God vervloekte dood – maar toch het is voor ons een zalige dood, die de vloek van ons wegneemt en Gods zegen over ons brengt. Het hout, dat op zich een vervloekt hout is, is voor ons een zalig hout, een verheven en kostbaar altaar, waarop Gods Zoon Zichzelf aan Zijn Vader offert voor onze zonden. Hij is de ware, eeuwige Priester, Die aan het vervloekte hout gehangen wordt en het tot een zalig altaar maakt, opdat wij van zonden verlost tot Gods genade komen en Zijn kinderen worden (vgl. Johannes 1:12).

Maarten Luther

Geen opmerkingen:

Een reactie posten