Uit Liefde ontvangen.

Jes. 1: 16-18
Neh. 8: 6-13

O God, wat zijn zij rijk bedeeld,

 waar U Uw wet hen aanbeveelt,

zij zijn het die dit kunnen weten,

dat U de mens niet bent vergeten.

O God, wat zijn zij rijk bedeeld,

 waar Uw wetten hen beschermt

tegen al dat vreselijk duivels geweld,

terwijl U zich nog over ons ontfermt.

O God, wat zijn wij rijk bedeeld,

wanneer U Uw wet nog ons laat leren,

zodat wij ons met schulden onverdeeld

van overtredingen af doen keren.

O God, wat zijn wij rijk bedeeld,

wanneer wij Uw Woord ontvangen,

dat door Uw Geest wordt uitgedeeld,

wat ons naar Uw vergeving doet verlangen.

O God, wat zijn wij rijk bedeeld

 met Uw Woorden van recht en genade,

wat in Jezus vergoten bloed is uitgedeeld,

waardoor U weer wilt zijn onze Vader.

O God, wat zijn wij rijk bedeeld

met woord en daad U te kunnen danken,

de lofzangen hebben U nooit verveeld,

die door het geloof in U zijn gezuiverde klanken.

O God, Drie-enig, U bent onze God,

Vader, Zoon en Heil'ge Geest,

Uw liefde voor zondaren bepaalt ons eeuwig lot,

als zijn er nooit overtredingen geweest.

Soli Deo Gloria!