dinsdag 24 maart 2015



Voor- of tegen zijn?

Math. 12:30
Hebr. 4:16

Heer', die vrijmoedigheid heb ik niet,
tegenover hen die mij bestrijden,
bij hen die in mij Uw wil niet ziet,
wil U Heer', hen van die weerstand bevrijden,
dan mis ik Uw vrijmoedigheid naar hen toe niet.


Heer', zij geven mij het woord daarom niet,
omdat men zeker weet dat ik het verkeerde zie.
Het is in mij dan als een slot op de mond,
omdat men het zelf heel anders verstond,
dan dat Uw wil dat in mij gebiedt.


Heer', men stelt het zichzelf heel anders voor,
gaan daarom moedwillig op hun inzichten door.
Alsof dat wat U mij zo wonderlijk liet zien,
Uw wil en wet daarmee niet wordt gediend,
hun eigen inzicht en mening gaat bij hen voor.


Heer', U weet hoe ik mij ook heb vergist,
gedacht heb dat ook ik het alleen wist,
hoe Uw Naam wordt geloofd en gediend,
alsof het door mijzelf moest worden verdiend,
maar ik weet nu dat U het anders heeft beslist.


Heer', heeft ook Uw volk zich niet vergist,
waardoor zij Uw komst op aard hebben gemist,
een lasteraar hebben zij in U gekruist,
tegen Uw komst op aard hieven zij hun vuist.
terwijl door U alleen de zonden worden uitgewist.


Heer', het is Uw vrijmoedigheid die U mij geeft,
om tot Uw troon van genade te mogen komen,
om geholpen te worden op Uw tijd dat ik hier leef.
Ach wil mij met Uw vrijmoedigheid belonen,
om verheugt te kunnen getuigen wat U zondaren geeft.


Soli Deo Gloria! 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten