Bijzonder!
Zo bijzonder is het niet,
als de mens zonder Jezus Christus
zijn Verlosser niet ziet,
Maar wel is het een groot wonder,
als de mens door Hem,
God zijn Vader ziet,
dat is wel heel bijzonder!
Zo bijzonder is het niet,
als de mens er niets in ziet
om in God te geloven.
Maar wie Hem aan het kruis,
daar dan Zijn Verlosser ziet,
ervaart dat als een wonder,
om door Zijn Geest in Hem te geloven.
Zo bijzonder is het niet,
als de mens God heeft verlaten
omdat hij Hem niet ziet.
Maar die mens die Hem
heeft verlaten ontkomt eenmaal,
te laat, aan dat groter wonder niet,
dat dit wel kon door de Liefde
van God Zijn Vader.
Zo bijzonder is het wel,
als de mens op Zijn bevel,
zich tot Hem zal bekeren,
die zegt; zo bijzonder is het niet,
om Zijn God in Jezus Christus
nooit meer te kunnen verlaten.
Zij verlangen om Zijn wil te doen,
dat kan nooit door er alleen maar over te praten!
Soli Deo Gloria!
„En hun ogen werden geopend en zij herkenden Hem.” Luc. 24:31a
Zo bijzonder is het niet,
als de mens zonder Jezus Christus
zijn Verlosser niet ziet,
Maar wel is het een groot wonder,
als de mens door Hem,
God zijn Vader ziet,
dat is wel heel bijzonder!
Zo bijzonder is het niet,
als de mens er niets in ziet
om in God te geloven.
Maar wie Hem aan het kruis,
daar dan Zijn Verlosser ziet,
ervaart dat als een wonder,
om door Zijn Geest in Hem te geloven.
Zo bijzonder is het niet,
als de mens God heeft verlaten
omdat hij Hem niet ziet.
Maar die mens die Hem
heeft verlaten ontkomt eenmaal,
te laat, aan dat groter wonder niet,
dat dit wel kon door de Liefde
van God Zijn Vader.
Zo bijzonder is het wel,
als de mens op Zijn bevel,
zich tot Hem zal bekeren,
die zegt; zo bijzonder is het niet,
om Zijn God in Jezus Christus
nooit meer te kunnen verlaten.
Zij verlangen om Zijn wil te doen,
dat kan nooit door er alleen maar over te praten!
Soli Deo Gloria!
„En hun ogen werden geopend en zij herkenden Hem.” Luc. 24:31a
Lezen: Johannes 6:60-71 (Ga naar dit bijbelgedeelte)
Jezus had in de synagoge te Kafarnaüm gezegd: „Ik ben het brood
des levens; wie tot Mij komt, zal nimmermeer hongeren”(35a). Veel discipelen
hoorden dit en zeiden: „Deze rede is hard; wie kan haar aanhoren?” En van toen
af keerden velen van Zijn discipelen terug en gingen niet langer met Hem mee. We
zouden denken dat als je eenmaal een discipel van de Here Jezus was geworden,
Hem persoonlijk had leren kennen, getuige was geweest van de vele wonderen die
Hij verrichtte, je toch nog onmogelijk zou kunnen twijfelen! Er blijkt dus méér
voor nodig te zijn om Jezus te volgen en Hem trouw te blijven.
Misschien vinden we hier de verklaring voor de woorden van de Here Jezus: „Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren”(Matt.22:14). In het 65e vers staat: „...dat niemand tot Mij komen kan, tenzij het hem van de Vader gegeven zij”. Een grote schare van discipelen was tot Hem gekomen en Hij had tot allen dezelfde woorden gesproken. De woorden die Hij sprak waren geest en leven (:63). Velen reageerden op deze woorden met: „Deze rede is hard!”
Maar als Jezus aan Zijn discipelen vraagt: „Gij wilt toch ook niet weggaan?”, dan antwoordt Petrus: „Here, tot wie zouden wij heengaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven; en wij hebben geloofd en erkend, dat Gij zijt de Heilige Gods!” Hoe komt het toch dat mensen op dezelfde woorden van Jezus zo totaal verschillend reageren? Voor wie zijn deze woorden hard? Voor degenen die het in eigen kracht willen volbrengen. Maar voor wie de Here Jezus heeft lief gekregen gaat het niet meer om de wonderen en tekenen die zij Hem zien verrichten. Nee, zij gaan verlangen om Zijn wil te doen en vinden zo de weg naar Zijn hart.
Misschien vinden we hier de verklaring voor de woorden van de Here Jezus: „Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren”(Matt.22:14). In het 65e vers staat: „...dat niemand tot Mij komen kan, tenzij het hem van de Vader gegeven zij”. Een grote schare van discipelen was tot Hem gekomen en Hij had tot allen dezelfde woorden gesproken. De woorden die Hij sprak waren geest en leven (:63). Velen reageerden op deze woorden met: „Deze rede is hard!”
Maar als Jezus aan Zijn discipelen vraagt: „Gij wilt toch ook niet weggaan?”, dan antwoordt Petrus: „Here, tot wie zouden wij heengaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven; en wij hebben geloofd en erkend, dat Gij zijt de Heilige Gods!” Hoe komt het toch dat mensen op dezelfde woorden van Jezus zo totaal verschillend reageren? Voor wie zijn deze woorden hard? Voor degenen die het in eigen kracht willen volbrengen. Maar voor wie de Here Jezus heeft lief gekregen gaat het niet meer om de wonderen en tekenen die zij Hem zien verrichten. Nee, zij gaan verlangen om Zijn wil te doen en vinden zo de weg naar Zijn hart.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten