dinsdag 17 september 2013


Kerkverlating? Wie verlaat wat?


Neem Heer', ons onder handen,
nu het hier nog moog'lijk is,
Laat ons hart door U opnieuw gaan branden,
onze afvallige zonden worden uitgewist.


Neem Heer', dan alles van ons af,
waardoor wij van U zijn gaan wijken.
Blokkeer onze weg naar het dode graf,
voordat wij op weg naar U bezwijken.


Geef Heer', de kracht van Uwe Geest,
waardoor wij staande mogen blijven,
dat wij niet mee gaan leven als een beest,
wil Uw Wet en Waarheid in ons schrijven.


Geef Heer', dat onderwijs wat leert,
ons naar U terug te doen keren.
Laat Uw Kerk hier niet onbeheerd,
maar door Uw Geest vermeerderen.


Geef Heer', ons boete en berouw,
over alles wat wij U hebben misdreven.
U bent een God van eeuwige trouw
die in Jezus Christus schenkt voor U te mogen leven!


Soli Deo Gloria! 



17 september
„Wat gij van mij gehoord en gezien hebt, brengt dat in toepassing en de God des vredes zal met u zijn.” Fil.4:9
Lezen: Jesaja 42:18-25 (Ga naar dit bijbelgedeelte)
Als wij regelmatig en met een toegewijd hart de Bijbel lezen, gaan we steeds meer ontdekken wat een grote en heerlijke onderwijzing Hij ons wil geven (:21). Maar hoeveel mensen raken nog verrukt bij het lezen van Gods Woord? Het worden er steeds minder.
Geen wonder! Jesaja zegt: „Gij hebt wel veel gezien, maar gij hieldt het niet in gedachtenis; gij hebt de oren wel open gehad, maar gij hebt niet gehoord”(:20)!
We zijn de werkelijke vrede van God kwijtgeraakt en we proberen daarom krampachtig zelf de vrede te bewaren, onderling en in ons eigen hart, door alles wat verontrustend is weg te duwen. Maar zo zal de vrede van God niet terugkomen. „Wie onder u neemt dit ter ore, schenkt er aandacht aan en luistert in het vervolg?”, vraagt Jesaja (:23).
Hoe komt het dat de vrede weg is en dat we ons aan alle kanten bedreigd voelen? Wie of wat is daar de oorzaak van? Zijn wij dat niet zelf omdat wij tegen Hem gezondigd hebben, omdat wij Zijn wegen niet hebben willen gaan en naar Zijn wet niet hebben willen luisteren? „Daarom stortte Hij de grimmigheid van zijn toorn over hen uit en het geweld van de oorlog. Dat zette hen rondom in vlam, maar zij sloegen er geen acht op; ja, het stak hen in brand, maar zij namen het niet ter harte”(:25). Wat een strenge woorden!
Is er geen uitkomst? Ja zeker! „Gij doven hoort, en gij blinden, slaat uw ogen op om te zien”(:18)!
Want al ònze blindheid heeft Jezus op Zich genomen als de Knecht des Heren (:19).
Onze blindheid, onze doofheid neemt Hij weg? Ja, als we tenminste deze oproep verstaan en alle onderwijzingen ter harte nemen.


www.bijbelsdagboek.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten