Schade
lijden?
Wat zou mij dat
baten,
als de hele
wereld
mij zou
haten,
omdat door hen
niet wordt
erkend,
dat U Heer'
alleen
mijn Verlosser
bent.
Wat heb ik
te
verwachten,
van
mensen
die U
Heer'
blijven
verachten,
omdat
ik belijd
dat U het
bent,
die mij
van
zondenschuld
bevrijdt.
Wat kan ik
mijzelf dan
geven,
voor de
losprijs
van mijn
leven,
als U
Heer'
dat voor mij niet
deed,
dan blijf
ik
in onoverkomelijk
leed.
Maar
Heer'
ik weet het
zeker
dat U mijn
schuld
vergeeft.
Wat kan een
nietig
mens mij
doen,
de
zichzelf
aan zijn
haren
op wilt
trekken.
Terwijl U aan het
kruis
Uw
handen
voor mij
uit
wilden
strekken.
Zou ik U dan
verachten,
U die op
mij
blijft
wachten?
Het is mijn
hoogste
eer,
wanneer men
mij
telkens
weer,
om Uw
Naam,
mij
veracht.
Ja U laat
mij
alle dagen
weer,
knielen voor onze
verlossing
Heer'
uit Satans
duistere
macht!
Geen groter
bewijs
kan ik
van
U liefde
krijgen,
wanneer zij over
U
niet kunnen
zwijgen.
Want als U
Heer'
niet zou
bestaan,
dan zouden wij
allen
al lang zijn
vergaan.
Leer mij Heer' te
zwijgen
op
leugens
die
de mens
zelf niet
hoort.
Laat ons van
U
maar antwoord
krijgen
door Uw
Geest
vanuit Uw
Woord.
U heeft
alleen
de goede strijd
gestreden,
voordat U
kwam
en toen U hier
was,
ja nu nog voor
ons,
die God onze
Vader
aan U, tot Zijn
eer,
heeft
gegeven!
Heer' denk aan
ons
in Uw
gebeden?
Soli
Deo Gloria!
Mattheüs 16:26
Want wat baat het een mens, zo hij de gehele wereld gewint, en lijdt schade zijner ziel? Of wat zal een mens geven, tot lossing van zijn ziel?
Want wat baat het een mens, zo hij de gehele wereld gewint, en lijdt schade zijner ziel? Of wat zal een mens geven, tot lossing van zijn ziel?
Marcus 8:36
Want wat zou het den mens baten zo hij de gehele wereld won, en zijner ziele schade leed?
Want wat zou het den mens baten zo hij de gehele wereld won, en zijner ziele schade leed?
Lukas 9:25
Want wat baat het een mens, die de gehele wereld zou winnen, en zichzelven verliezen, of schade zijns zelfs lijden?
Want wat baat het een mens, die de gehele wereld zou winnen, en zichzelven verliezen, of schade zijns zelfs lijden?
Handelingen 27:10
En zeide tot hen: Mannen, ik zie, dat de vaart zal geschieden met hinder en grote schade, niet alleen van de lading en van het schip, maar ook van ons leven.
En zeide tot hen: Mannen, ik zie, dat de vaart zal geschieden met hinder en grote schade, niet alleen van de lading en van het schip, maar ook van ons leven.
Handelingen 27:21
En als men langen tijd zonder eten geweest was, toen stond Paulus op in het midden van hen, en zeide: O mannen, men behoorde mij wel gehoor gegeven te hebben, en van Kreta niet afgevaren te zijn, en dezen hinder en deze schade verhoed te hebben;
En als men langen tijd zonder eten geweest was, toen stond Paulus op in het midden van hen, en zeide: O mannen, men behoorde mij wel gehoor gegeven te hebben, en van Kreta niet afgevaren te zijn, en dezen hinder en deze schade verhoed te hebben;
1 Korinthiërs 3:15
Zo iemands werk zal verbrand worden, die zal schade lijden; maar zelf zal hij behouden worden, doch alzo als door vuur.
Zo iemands werk zal verbrand worden, die zal schade lijden; maar zelf zal hij behouden worden, doch alzo als door vuur.
1 Korinthiërs 6:7
Zo is er dan nu ganselijk gebrek onder u, dat gij met elkander rechtzaken hebt. Waarom lijdt gij niet liever ongelijk? Waarom lijdt gij niet lieverschade?
Zo is er dan nu ganselijk gebrek onder u, dat gij met elkander rechtzaken hebt. Waarom lijdt gij niet liever ongelijk? Waarom lijdt gij niet lieverschade?
1 Korinthiërs 6:8
Maar gijlieden doet ongelijk, en doet schade, en dat den broederen.
Maar gijlieden doet ongelijk, en doet schade, en dat den broederen.
2 Korinthiërs 7:9
Nu verblijde ik mij, niet omdat gij bedroefd zijt geweest, maar omdat gij bedroefd zijt geweest tot bekering; want gij zijt bedroefd geweest naar God, zodat gij in geen ding schade van ons geleden hebt.
Nu verblijde ik mij, niet omdat gij bedroefd zijt geweest, maar omdat gij bedroefd zijt geweest tot bekering; want gij zijt bedroefd geweest naar God, zodat gij in geen ding schade van ons geleden hebt.
Filippensen 3:7
Maar hetgeen mij gewin was, dat heb ik om Christus' wil schade geacht.
Maar hetgeen mij gewin was, dat heb ik om Christus' wil schade geacht.
Filippensen 3:8
Ja, gewisselijk, ik acht ook alle dingen schade te zijn, om de uitnemendheid der kennis van Christus Jezus, mijn Heere; om Wiens wil ik al die dingen schade gerekend heb, en acht die drek te zijn, opdat ik Christus moge gewinnen.
Ja, gewisselijk, ik acht ook alle dingen schade te zijn, om de uitnemendheid der kennis van Christus Jezus, mijn Heere; om Wiens wil ik al die dingen schade gerekend heb, en acht die drek te zijn, opdat ik Christus moge gewinnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten